Skip to content

Racen op leven en dood

Op 12 juli 1913 verzamelen twintig coureurs zich voor de Grand Prix van Frankrijk. Het deelnemersveld bestaat voornamelijk uit Franse coureurs. Op de startgrid tellen we drie Peugeot’s van het Type EX3. Ze nemen het op tegen Delages, Sunbeams, Itala’s, Schneiders, een Mathis, een Excelsior en een Opel. Het is de  laatste Grand Prix in vrijheid. Frankrijk stond aan de vooravond van een grote oorlog. Tot die tijd namen de landen met hun automerken en hun coureurs het tegen elkaar op bij de Grand Prix van Frankrijk.

Dodelijk snel circuit

De Grand Prix de l’Automobile Club de France is een supersnel stratencircuit in Amiens en omgeving. Een berucht circuit want er vielen doden voor en tijdens de race. Het circuit had een lengte van 31,62 km en er zat een 13 km lang recht stuk in waar de coureurs hun bolides flink de sporen konden geven. Twee maanden voor de race kwamen de eerste coureurs het circuit al verkennen. Tijdens testritten op de openbare weg vonden fatale ongelukken plaats met racewagens en andere weggebruikers.  Ook tijdens  de race kwamen coureurs om het leven. Zoals Guido Bigio die verongelukte in zijn Itala tijdens een testrit vlak voor de race en helaas ook twee andere weggebruikers. Paul Zuccarelli, een van Peugeot’s drie musketiers, verongelukte bij een testrit toen zijn verbeterde Peugeot EX3 testte en in botsing kwam met een hooiwagen. Zijn plaats in het team van Peugeot werd ingenomen door Delpierre. Een toeschouwer werd gedood toen Kenelm Lee Guinness met zijn Sunbeam in een rivier stortte. Na afloop van de  race zou men besluiten dit circuit nooit meer te gebruiken voor autoraces.

jules_goux_at_the_1913_french_grand_prix_7

De race

Het is een nevelige ochtend in juli als de coureurs zich verzamelen voor de jaarlijkse Grand Prix.  Achter het stuur van de Peugeot’s bevinden zich bekende namen zoals Georges Boillot en Jules Goux. Zij waren favoriet voor de overwinning. Dit waren de coureurs waarop de rest van het deelnemersveld zou gaan jagen. Het werd een race op leven en dood. De Sunbeam’s en Delage’s dreven de Peugeot’s tot het uiterste. Op het 13 kilometer lange rechte stuk werden topsnelheden bereikt van wel 123 km/u. Duizelingwekkende prestaties in die tijd.

georges_boillot_at_the_1913_french_grand_prix_15

Innovaties en verbeteringen

Boillot, Zuccarelli en Goux hadden niet stil gezeten in de maanden voor de race. Er werd alles op alles gezet om Grote Prijs van het thuisland veilig te stellen. In het vooronder van der Peugeot EX3 zat een verbeterde motor met aangepaste nokkenassen, kogellagers en een droog cartersystem (dry-sump). Georges Boillot reed een grotere auto dan Goux. Er  werd volop getest. Dankzij het dry-sump systeem kon de motor door het ontbreken van de oliepan lager in het chassis gehangen worden en dat had aerodynamische voordelen. Dry-sump loste ook het probleem op met “klotsende” olie in de carterpan. Door de optredende g-krachten werd de olie tegen de wanden van de carterpan gedrukt en kwam voorheen de aanzuigmond van de oliepomp droog te staan.

georges_boillot_at_the_1913_french_grand_prix_12

Overwinning voor Peugeot

Allemaal innovaties waar automerken als Peugeot het verschil konden maken. Maar niet zonder gevaar. Bij het testen van deze aanpassingen verongelukte teamgenoot en vermaard ‘Peugeot musketier’ Zuccarelli jammerlijk. En ook niet zonder resultaat want Georges Boillot kwam als eerste over de finish en won voor de tweede keer op rij de  Grand Prix de l’Automobile Club de France in 29 ronden en in 7:53:56 uur met een gemiddelde van ruim 116 km/u. Jules Goux werd tweede met slechts 2,5 minuut achterstand op Boillot.  Van de twintig racewagens aan de start kwamen er slechts 11 over de finish.

21-9-13-boulogne-sur-mer-grand-prix-des-voitures-legeres-goux-sur-peugeot 21-9-13-boulogne-sur-mer-grand-prix-des-voitures-legeres-rigal-sur-peugeot

Back To Top
Zoeken