In de herfst van dit jaar is het ruim veertig jaar geleden dat Peugeot de 305 introduceerde. Toch zie je op straat zelden of nooit een 305 ouder dan een jaar of twintig. Ze zijn er nog wel, die 305’s fase I, maar anno 2018 moet je ze met een lantaarn in het straatbeeld zoeken.
Peugeot stelde de definitieve 305 voor in november 1977. Een voorproefje had het publiek al gekregen op de autosalon van Genève in 1975, toen Peugeot de VSS (Vehicule Synthese Securité) toonde, een studiemodel vol veiligheidssnufjes. Sommigen zagen in de 305 de langverwachte opvolger van de 404, maar de wagen kon beter beschouwd worden als een vervolg op de 304. Hij deelde een flink deel van de techniek met deze 304, die overigens nog een poosje naast de 305 leverbaar bleef.
De nieuwe 305 was een harmonieuze combinatie van oud en nieuw. Enerzijds was het een ouderwetse sedan in een tijd waarin hatchbacks de markt veroverden, met bovendien de techniek van zijn voorganger. Maar anderzijds beschikte de sedan over een fris en modern exterieur van de hand van Pininfarina, en scoorde de wagen hoog op het gebied van passieve veiligheid met onder andere kreukelzones en een veiligheidskooi.
De pers onthaalde de 305 met enthousiasme. Het frisse ontwerp werd geprezen en vergeleken met een zekere concurrent uit het Duitse Beieren, wat als compliment mocht gelden. Het riante interieur en dito kofferbak gooiden hoge ogen, evenals de comfortabele zetels. Ook het overzichtelijke dashboard maakte een goede indruk. Toch waren er hier ook wat eigenaardigheden te vinden. Zo bevonden het contactslot en de ruitenwisserschakelaar zich aan de linkerkant van het stuur en de richtingaanwijzerschakelaar aan de rechterkant, terwijl dat in de meeste auto’s andersom was (en is).
In beweging stelde de nieuwe wagen ook niet teleur. Met de 1,3 liter motor uit de 304, die in de GL en GR geleverd werd, was de 305 een beetje traag. Maar de in de SR geleverde motor met een inhoud van 1,5 liter bood meer rijplezier en maakte dat de wagen zich kon meten met de belangrijkste concurrenten. Een scheurijzer was de 305 echter bepaald niet. Ook de dieselmotor die in 1980 beschikbaar kwam, brak geen potten op het gebied van snelheid, maar in deze uitvoering werd de zuinige 305 wel erg aantrekkelijk voor de rekenende automobilist. Zeer lovend was de pers ook over de uitstekende reminstallatie en de voorbeeldige versnellingsbak. Dit alles maakte van de nieuwe 305 een veilige en comfortabele reisgenoot.
In 1980 bracht Peugeot ook een stationversie op de markt. Deze 305 Break was leverbaar met in delen neerklapbare achterbank en kon dankzij diverse slimme ingrepen beschikken over een vlakke laadvloer. Zo werd de 305 niet alleen een ruime gezinswagen maar ook een praktische bedrijfswagen. De Break werd dan ook leverbaar met vijf portieren voor wie hem als familiewagen kocht en met drie portieren en eventueel verhoogd dak voor de middenstanders.
In de eerste jaren werden diverse modificaties doorgevoerd. Zo verdween al snel de typeaanduiding ‘305’ van de motorkap en verhuisden het startslot en de hendels achter het stuur naar ergonomisch meer verantwoorde plaatsen. Met de presentatie van de zeer zuinige VERA-studiemodellen werd begin jaren tachtig een grote facelift van de 305 aangekondigd. Van de in 1982 gepresenteerde 305 fase II kwamen al snel diverse uitbreidingen, zoals een snellere dieseluitvoering, de GT, de Automatique en tot slot – eind 1984 – de GTX. Maar dat is weer een heel ander verhaal!