In 1974 begon Automobiles Peugeot met de ontwikkeling van een opvolger voor de 504. Die was op dat moment 6 jaar op de markt. Peugeot verzocht het eigen stylingcentrum in Parijs (La Garenne) en de Italiaanse ontwerper Pininfarina een aantal voorstellen te maken. Het aanvankelijke doel was de 504 op te frissen, maar uiteindelijk ontwikkelde men een geheel nieuw model. Tussen 1974 en 1976 werden er zowel door de eigen designstudio van Peugeot in La Garenne als door het Italiaanse Pininfarina diverse voorstellen gemaakt. Uiteindelijk kwam Pininfarina met een mock-up die de voorzijde van de 504 deed herleven en mede daardoor sterk in de smaak viel bij de Peugeot-directie. In januari 1977 ontwierp Pininfarina de Break-versie.
Op 16 mei 1979 was de Peugeot 505 gereed en werd aan de toegestroomde internationale autopers in Parijs gepresenteerd. De directie gaf aan de 505 gedeeltelijk in een nieuw marktsegment te positioneren, tussen de 504 en de 604 in. Hetzelfde jaar nog kwam de 505 in zes versies op de Nederlandse markt. Allereerst onderscheidde de fabrikant de GR- en de luxueuzere SR-uitvoering, beide uitgerust met een 1971 cm³ carburateurmotor. Daarnaast waren de TI en de STI leverbaar, die beschikten over een 1995 cm³ benzinemotor met inspuiting. Voor de STi bood het merk diverse extra’s aan, zoals lederen bekleding en een automaat. Op dieselgebied bestond er in eerste instantie keuze uit een GRD en een SRD.
In 1981 volgden de eerste toevoegingen aan het gamma. Allereerst was er de 505 SRD Turbo, met een geblazen 2304 cm³ viercilinder dieselmotor en een vijfversnellingsbak, of tegen meerprijs, een automatische ZF-transmissie. Een goedkope GL-versie rondde de 505-serie naar onderen af. Het grote nieuws voor 1982 vormde de bijzonder ruime Break en de daarvan afgeleide Familiale, terwijl het jaar daarop een benzinemotor van 1,8 liter zijn debuut maakte, evenals het eerste actiemodel, de Crystal. Tevens kregen alle typen een nieuwe grille. Na de zomer kwam, als absolute topper, de 505 Turbo Injection op de Franse markt. Deze auto was voorzien van een 2155 cm³ Chrysler-motor met een Garrett-turbocompressor en bezat een vermogen van 160 pk. Voor de bedrijfswagenmarkt bestond er voortaan een 505 Commercial.
Modificaties aan motoren, wielophanging en uiterlijk markeerden het jaar 1984. Per 15 maart 1984 werd bovendien de 505 Turbo Injection in Nederland leverbaar. Om de verkoopcijfers ook voor de langere termijn op peil te houden presenteerde Peugeot na de zomer van 1985 de vernieuwde 505, met een duidelijk gemoderniseerd uiterlijk. Kort daarop volgde het actiemodel SX Select. Ondertussen had de fabriek de productie van de 604 reeds beëindigd en na het verkopen van de laatste voorraadauto’s in 1986 moest de nieuwe 505 V6 tijdelijk de plaats van topmodel innemen binnen het gamma van het merk. Later dat jaar ontving de GTD Turbo een nieuwe dieselmotor. Het Franse bedrijf Dangel startte met de productie van de 505 4X4 Break en zou er uiteindelijk meer dan 5500 exemplaren van bouwen.
Vanaf de herfst van 1987 werd de plaats van de Peugeot 505 geleidelijk overgenomen door de 405, de Auto van het Jaar 1988. Een nieuw actiemodel, de Magnum, moest de belangstellig voor de 505 op peil houden. In de loop van 1989 introduceerde Peugeot de 605 op de Franse markt en werd het aantal verkrijgbare versies van de 505 teruggebracht. Begin 1990 ruimde de sedanversie het veld voor de nieuweling, terwijl de Break en Familiale nog een jaar doorgingen, in een beperkt aantal uitvoeringen. Zij sloten een tijdperk van uitermate royale stationcars uit de Peugeot-stal af.
