Skip to content

De 201, succesnummer in ’30 Grote Depressie

Het is een septembermiddag in 1929 als de Salon van Parijs voor het publiek geopend wordt. Op de beurs is een belangrijke primeur te zien: de nieuwe Peugeot 201. Een model dat zich vanaf de eerste aanblik wist te onderscheiden qua functionaliteit, prestatie en prijs. Het publiek stroomt massaal toe om een glimp van de nieuwe auto op te vangen.

 

De introductie

Er zijn veel factoren die de introductie van een auto positief of negatief kunnen beïnvloeden. De 201 werd ontwikkeld gedurende de ‘roaring twenties’, een periode waarin de bomen tot in de hemel leken te groeien. In 1929 kwam die periode rigoureus tot een einde na een catastrofale beurskrach in de VS. Een gebeurtenis die grote economische gevolgen zou hebben voor de hele wereld. Dat was dus ook van toepassing op de introductie van de 201. Hoewel de auto in 1929 werd geïntroduceerd, was hij pas vanaf 1930 leverbaar. De jaren ’30 was een moeizame tijd voor luxe producten. Toch bleek de 201 een sterke troef te zijn voor Peugeot.

 

Het eerste model

Peugeot lanceerde de 201 in drie uitvoeringen. De ‘berline’ die plaats bood aan vier personen, de ‘torpedo’, een uitvoering met-zonder-dak dat eveneens plaats bood aan vier personen en een sportieve ‘cabriolet’ voor 2 personen. De nieuwe 6CV 1122 cc viercilindermotor (zijklepper) met drie versnellingen vooruit haalde een top van 80 km/u, een goede prestatie voor die tijd. De 201 had een betere wegligging en een groter gebruiksgemak dan zijn kleinere broertje de 190 S. De 190 S perste uit het 695 cm³ viercilinderblokje slechts 60 km/u en was in alle opzichten veel minder comfortabel dan de 201.

In 1931 werd het modellengamma van de populaire 201 verder uitgebreid met een coupé, een ‘conduite interieure’, een ‘commerciale’ en een ‘torpedo commerciale’. De productie van het eerste model liep van 1929 tot 1932. In totaal rolden 63.817 exemplaren van de band. In septmeber kwam er een aangepast model op de markt. De 201 “Comfort”. Het c-eetje was iets royaler uitgevoerd, had horizontale luchtsleuven en stond net als de 201 op 12 X 45 banden. De 201 C werd geproduceerd tot december 1932. De populaire 201 had zich staande weten te houden in economisch zwaar weer waarin de Peugeot-fabrieken zich op dat moment bevonden. Tussen 1930 en 1934 zag het merk de verkopen steeds verder terug zakken en vielen er duizenden ontslagen.

 

Het tweede model

Peugeot introduceerde in 1932 een model dat in alle opzichten een stap groter was dan de 201: De Peugeot 301. De vormgeving van de 201 werd herzien. Het nieuwe model paste zo goed bij de ‘look’ van nieuwe 301. Bij Peugeot ging men nu vaker oudere modellen in een extra luxe uitvoering leveren. Het populaire model bleef in productie en ging door het leven als 201 B en herkenbaar aan de 5 verticale luchtkleppen waarvan er 3 open konden. De 201 B had onafhankelijke voorwielophanging, een verchroomde grille, een andere (betere) versnellingsbak, velours bekleding, veiligheidsglas en een andere leeuw op de voorkant. Het “b-eetje” werd gebouwd op het zogeheten “blocktube” chassis en samen met de onafhankelijke voorwielvering zorgde dit voor een grote verbetering in het weggedrag. Dat de 201 nog steeds een populaire auto was bewezen de productieaantallen. Tussen januari en augustus 1933 werden maar liefst 8.532 exemplaren verkocht.

 

Aërodynamique

De trend om auto’s aerodynamisch vorm te geven is in de jaren ’30 nu definitief ingezet. Peugeot kan natuurlijk niet achterblijven en naast de nieuweling 301 krijgt de 201 weer een opfrisbeurt. Het model ‘BR’ wordt voorzien van de modernste technieken krijgt de horizontale ontluchtingskleppen conform de 301 en de voorbumper verdwijnt om het aerodynamische karakter te onderstrepen. Deze trend wordt nog verder doorgevoerd bij de 201 “D”. In september 1934 wordt het model “D” als voorlaatste model in de 201 serie in gebruik genomen. De nieuwe, gestroomlijnde 402 voerde vanaf 1935 als topmodel van Peugeot de boventoon en de 201 werd, zoals dat gebruikelijk was, aangepast aan het uiterlijk van de hele lijn en had een aflopende rug die ook wel “queue de castor”, de beverstaart, werd genoemd. De 201 D had 2 portieren, een 1300 cm³ viercilinder met een top van 85 km/u. De motor kende twee verschillende varianten. De “D” was van september 1934 tot september 1936 in productie en er rolden in totaal 13.174 exemplaren van de band.

 

De laatste 201

In 1937 viel het doek definitief voor de 201. Na september 1936 werd de productie van dit type steeds verder uitgedund. De 201 had zijn werk gedaan. De 201 M was het laatste type dat van de band rolde. De modellen die na 1929 uit de stal van Peugeot kwamen hadden allemaal geprofiteerd van de successen die de 201 wist te behalen. Niet alleen op sportief gebied maar vooral ook in het dagelijkse leven. In totaal werden tussen 1929 en 1937 ruim 142.309 exemplaren geproduceerd, een enorm aantal en dat in een tijd dat het bezit van een automobiel niet vanzelfsprekend was en al helemaal niet in tijden van een Grote Economische Depressie.

 

Tekst  en foto’s: Maarten van der Velden

Back To Top
Zoeken